woensdag 28 augustus


Biodiversiteit en bio: een belangrijke win-win.

Biodiversiteit en bio: een belangrijke win-win.
Bioboeren dragen extra zorg voor de biodiversiteit rondom hun bedrijf. Ze gebruiken geen chemische bestrijdingsmiddelen én zorgen voor een fijne leefomgeving met een grote variëteit aan planten, bomen en struiken. Dit is belangrijk want een betere biodiversiteit zorgt voor een vruchtbare toekomst.

Hoe meer soorten, hoe beter

Bij intensieve landbouw wordt er vaak gekozen om maar een paar soorten planten te telen, ook wel een monocultuur genoemd. In eerste opzicht lijkt dit een slimme en efficiënte keuze, maar het brengt ook risico’s met zich mee wanneer een plant dan ziek wordt of weersomstandigheden veranderen. Dan staat de voedselzekerheid onder druk. Biologische boeren telen daarom juist altijd meerdere soorten gewassen en gebruiken geen genetisch gemodificeerde planten. In plaats daarvan kiezen ze voor robuuste plantensoorten met de juiste voedingswaarde, smaak en veerkracht.

Blije beestjes, blije boeren

Bioboeren gebruiken geen chemische pesticiden en zorgen voor een fijne leefomgeving met een grote variëteit aan planten, bomen en struiken. Speciaal voor bestuivers zorgen ze vaak ook voor bloemenstroken, schuilplaatsen en insectenhotels. Deze nuttige werkers zijn namelijk heel belangrijk voor de boer: door het verspreiden van stuifmeel naar verschillende bloemen zorgen insecten als bijen, vlinders en hommels ervoor dat planten zich kunnen voortplanten en tot vrucht komen. Zonder deze helpers zouden we bijvoorbeeld vele soorten noten, fruit en groenten niet meer kunnen eten.

Natuurlijke vriend en vijand

Insecten die schadelijk zijn voor de teelt, hebben vaak één of meer natuurlijke vijanden. Een fruitteler kan bijvoorbeeld lieveheersbeestjes en oorwormen aantrekken omdat ze verzot zijn op ongewenste luizen. Ook grotere dieren als vogels en vleermuizen kunnen de boer helpen om schadelijke insectenplagen te onderdrukken. Een evenwichtig natuurlijk systeem met een grote biodiversiteit, kan dus plaagvorming helpen voorkomen. Anderzijds is het belangrijk dat er wat plaaginsecten zijn zodat het voor nuttige beestjes en dieren aantrekkelijk is om te blijven. Oftewel, op een bioboerderij zijn natuurlijke vriend én vijand welkom.

Het bodemleven: een verborgen bondgenoot

Onder de grond zijn er veel harde werkers die helpen bij een goede oogst. Wormen, bacteriën en schimmels breken plantenresten af en maken er voedzame humus van waardoor gewassen beter kunnen groeien. Om het bodemleven in stand te houden voedt de bioboer de bodem met organisch materiaal zoals dierlijke mest of compost. Verstorende kunstmest laat een bioboer links liggen. Bovendien houdt hij met ‘gewasrotatie’ de bodem vruchtbaar en het bodemleven gezond.

Biodiversiteit is troef!

Een rijkdom aan verschillende planten, beestjes en micro-organismen heeft dus belangrijke troeven: het zorgt voor een betere bodemkwaliteit, het houdt het ecosysteem in balans en beschermt onze voedselzekerheid. En met bio investeer jij in een bruisende biodiversiteit!

Benieuwd naar alle andere voordelen van bio? Check alle troeven!
Terug naar overzicht