dinsdag 16 juli
Fabels en feiten: Onderzoek over schadelijke stoffen in biovoeding.
Tussen 2016 en 2020 monitorde onderzoeker Nic Van Larebeke het eetgedrag van zo’n 600 Vlaamse jongeren, vertelt hij in de reportage van Terzake. Daarna onderzochten ze welke milieuvervuilende stoffen er terug te vinden waren in hun bloed en urine. Het nog niet gepubliceerd onderzoek claimt dat bij jongeren die af en toe bio consumeerden de inwendige blootstelling aan enkele van die schadelijke stoffen groter was, maar klopt dit wel?
Forever Chemicals
Belangrijk om te weten is over welke stoffen het gaat in het onderzoek. Het zijn vooral zogenaamde ‘Forever Chemicals’, oorspronkelijk afkomstig uit industrie en gangbare landbouw, die door hun chemische samenstelling niet of heel traag afbreken in de natuur. Een deel van deze stoffen zijn al jaren verboden – met DDT als bekendste voorbeeld – maar zitten in heel Vlaanderen nog altijd in de lucht, het water en de bodem. Voeding is dus niet te enige manier waarop deze stoffen in je systeem terecht komen. Omdat ze zo moeilijk afbreken, stapelen ze zich bovendien op, zowel in de natuur als in dierlijke en menselijke weefsels. Onzichtbaar, maar ook niet meer weg te krijgen.
Een vertekend beeld
In het onderzoek van Van Larebeke worden deze stoffen in verband gebracht met de consumptie van biologische voeding. Geen van de gevonden stoffen zijn toegelaten of worden gebruikt in de biologische landbouw, dus hoe kan dat? Enkele wetenschappers hebben dan ook kanttekeningen bij de manier waarop het onderzoek is verlopen. De zelfrapportering en de manier waarop de gevonden data werden geïnterpreteerd creëren makkelijk een vertekend beeld. Uit die data vallen volgens de onderzoekers geen conclusies te trekken: de resultaten schieten alle kanten uit, houden geen rekening met variabelen, en vergroot bepaalde resultaten uit terwijl andere resultaten worden weggelaten.
Marjolein Visser, professor agro-ecologie (ULB): “Met de gebruikte methode is het niet verwonderlijk dat de resultaten in alle richtingen schieten. Ze zijn ook niet coherent: er wordt bijvoorbeeld een verhoogde waarde voor de chemische pesticide glyfosaat vastgesteld, maar niet voor het gerelateerde afbraakproduct.”
Belangrijk is ook dat het onderzoek niet rechtstreeks biovoeding onderzocht, maar de aanwezigheid van de stoffen in personen die naast biovoeding ook gewoon leven en werken. Deze belangrijke omgevingsfactoren zoals woonplaats werden niet meegenomen in het onderzoek.
Investeer in een gezonde omgeving, blijf bij bio
Over de resultaten van het onderzoek valt dus te twisten, maar de conclusie blijft hetzelfde: investeer in een gezonde omgeving. Biologische landbouw heeft veel voordelen op het vlak van biodiversiteit, dierenwelzijn en bodemgezondheid. Bovendien gebruiken bioboeren geen chemische pesticiden. Deze stoffen zijn al te lang en te intensief door gangbare boeren gebruikt, zo blijkt ook uit het onderzoek.