vrijdag 24 mei
'Bio is een marketingtruc.' Zes fabeltjes over biologisch eten ontkracht!
Sommige mensen hebben wel eens twijfels over de troeven van biologische voeding. Is het wel goed voor het milieu en geen lege reclamepraat? En hebben biologische dieren het écht beter? Maar wie zich beter verdiept in de materie komt er al snel achter: de mooiste boodschap is bio!
Biologische voeding is maar een reclamestunt, iedereen mag de term gebruiken.
Fabel! Het klopt dat er bedrijven zijn die doen aan zogeheten ‘green-washing‘ waarbij ze zich milieuvriendelijker en duurzamer voordoen dan ze werkelijk zijn. Maar in tegenstelling tot het begrip ‘duurzaam’ is de term ‘biologisch’ wettelijk beschermd.
Als het woord ‘biologisch’ wordt vermeld moet het voldoen aan de normen van de Europese biowetgeving en wordt er jaarlijks gecontroleerd. Dit geldt voor elk onderdeel van de voedselketen: boer, verwerking, winkel. Als consument herken je bioproducten aan het Europese biologo op de verpakking. Dan zit je zeker goed!
Ook in biologische producten zitten chemische toevoegingen.
Fabel! Sommige mensen schrikken van een E-nummer op een biologisch product. Zit er dan een chemische toevoeging in? Nee, E-nummers zijn enkel een schrijfwijze om ingrediënten te noteren: er zijn dus E-nummers van chemische én natuurlijke oorsprong. Biologische producten bevatten nooit chemische E-nummers, maar wel natuurlijke additieven zoals bijvoorbeeld citroenzuur (E330). Omdat alle toevoegingen van natuurlijke oorsprong moeten zijn, is de toegestane lijst van E-nummers in de biologische productie vrij kort. Er zijn maar 56 E-nummers toegestaan in biologische voeding, terwijl er in gangbare voeding 401 E-nummers worden toegelaten.
Biologische landbouw is slechter voor de natuur.
Fabel! Een veelvoorkomende aanname is dat biologische akkerbouw slechter voor de natuur is, omdat er meer grond nodig is voor dezelfde opbrengst. Biologische gewassen groeien zonder chemische kunstmest en pesticiden waardoor een biologische boer meer tijd en ruimte nodig heeft om dezelfde opbrengst te genereren als een intensieve gangbare boer. Maar wanneer je kijkt naar de opbrengst, vergeet je soms te kijken naar de (milieu)kosten.
Samenwerken met de natuur is de basis voor een biologische boer; hij draagt extra zorg voor de biodiversiteit rond zijn boerderij, gebruikt enkel natuurlijke mest en bestrijdingsmiddelen, doet aan vruchtwisseling en maakt minder intensief gebruik van het land. Hij werkt aan een veerkrachtig ecosysteem op en rond zijn bedrijf, met respect voor de natuur en een lagere impact op het milieu.
Biologische voeding is duurder omdat de opbrengsten van de boer te laag zijn.
Fabel! In de winkel betaal je niet de volledige prijs van voeding. Wat er niet meegerekend wordt? Het verlies aan natuur en biodiversiteit, de CO2-uitstoot, de vervuiling van het water, enzovoort. Negatieve effecten die biolandbouw probeert tegen te gaan, en problemen die de bioboer elke dag op zijn veld probeert te verbeteren. Bio is daarom perse te duur, het is zijn prijs waard! Biologisch winkelen kun je zien als een slimme manier van beleggen. In ruil voor (h)eerlijke kwaliteitsproducten investeer jij in een duurzame voedingsproductie!
Biologische dieren leiden helemaal geen beter leven.
Fabel! Een belangrijk uitgangspunt van biologische landbouw is dat de boer zoveel mogelijk rekening houdt met de natuurlijke behoeften en gedragingen van een dier. Bioboeren hebben daarom te maken met duidelijke regels rondom dierenwelzijn. Biologische dieren kunnen bijvoorbeeld altijd naar buiten als het weer het toelaat, en hebben meer beweegruimte, zowel binnen als buiten. Bovendien krijgen ze enkel voedzame biologische voeding. Dwangvoederen is uit den boze, net als hormonen of antibiotica om de groei te versnellen. Door te kiezen voor biologische dierlijke producten, kies je dus wel degelijk voor een landbouwsysteem met een beter dierenwelzijn.
Biologische voeding is niet gezonder.
Fabel! Dit gaat over het langetermijneffect: doordat een bioboer niet werkt met chemisch-synthetische bestrijdingsmiddelen, heeft dit ook geen negatief effect op lichamelijke gezondheid en komen residu’s ook niet terecht in de natuurlijke omgeving, het drinkwater of in de bebouwde kom. Blootstelling aan pesticiden is in meerdere onderzoeken in verband gebracht met ziektes als kanker, Alzheimer en Parkinson.